Aan het begin van de twintigste eeuw was Spanje nog een streng katholiek land dat geen belangrijke rol speelde in de wereldeconomie. Er heerste nog veel groot grondbezit, kerk en adel maakten er de dienst uit en de bevolking bestond voor een groot deel uit landloze boeren (pachters) en ongeschoolde fabrieksarbeiders. Eind 1933 kregen vrouwen pas voor het eerst kiesrecht.
Spanje heeft daarom in Europa lange tijd het imago van vroom en ouderwets, maar tegelijkertijd ook romantisch en exotisch land gehad, wat de nieuwsgierigheid van vele buitenlanders wekte.
Onder Franco begint men Spanje daarom te promoten met de leus “Spain is different”. Primo de Riveira, de grondlegger van de Falangistische beweging waarvan Franco later de leider werd, speelt hier op in en roept in 1928 de “Paradores” in het leven: staatshotels die zich bevinden op prachtige locaties en in veelal historische gebouwen.
In de jaren 1950 komt het buitenlandse toerisme naar Spanje stilletjes aan op gang. Naar de Costa del Sol in Zuid-Spanje, maar ook naar de Costa Blanca aan de oostkust van Spanje. Want doordat een uitgestrekte bergketen de kust en zijn achterland beschermt tegen invloeden van zowel het binnenland als de zee, is het er het hele jaar door lekker warm is en schijnt de zon er bijna altijd.
Het toerisme naar Spanje komt echter pas goed op gang in het begin van de jaren 1960 dankzij de burgemeester van Benidorm Pedro Zaragoza Orts, die een grote aanhanger van Franco was.
Wanneer Orts in 1959 het dragen van bikini’s toestaat en dit door de machtige en conservatieve katholieke kerkafgekeurd wordt, stapt hij op zijn brommer en rijdt 9 uur naar Madrid om er met Franco te spreken.
Aangezien Franco grote behoefte heeft aan buitenlandse deviezen, steunt de Spaanse leider de plannen van Orts om van Benidorm een toeristische trekpleister voor Noord-Europeanen te maken en spreekt hij een krachtig woordje met de hoogste bisschop van het land.
Franco’s goedkeuring van bikini’s opent definitief de deur voor grote getalen buitenlandse toeristen naar Benidorm en andere plekken aan de Costa Blanca en de Costa del Sol in Zuid-Spanje.
Benidorm ontwikkelt zich in razendsnel tempo van rustig vissersdorpje tot populair toeristenoord en hoofdstad van het Spaans toerisme, met een gigantische hoeveelheid aan torenhoge hotels. Het wordt daarom ook wel het Manhattan van de Costa Blanca genoemd.
Tip: De volgende filmpjes (op Youtube) geven een prachtig beeld van het begin van het toerisme aan de Costa Blanca:
Het bikini-voorval van Benidorm is eveneens het begin van een kleine seksuele revolutie en een afname van de macht van de katholieke kerk in Spanje.
Doordat Noord-Europeanen massaal naar Spanje op vakantie beginnen te gaan en Spanjaarden op hun beurt als gastarbeiders in andere Europese landen gaan werken, kunnen Spanjaarden proeven aan het democratisch gedachtengoed.
Dit heeft tot gevolg dat het land zonder slag of stoot overgaat van dictatuur naar democratie wanneer Franco in 1975 sterft.
Toerisme is tegenwoordig een van de grootste inkomstenbronnen in Spanje. En Spanje is een van de populairste vakantiebestemmingen in Europa.
Bovendien is het Zuid-Europese land is niet langer alleen een populaire zonbestemming, maar mensen hebben ook ontdekt dat het een fantastisch land is voor een cultuurvakantie of actieve vakantie.
Laten we hopen dat er snel een vaccinatie tegen het COVID-19 virus gevonden is, zodat we weer van Spanje kunnen genieten en de vele mensen die in Spanje hun brood verdienen met toerisme weer inkomsten krijgen.
Met dank aan: Lilianne Krosenbrink-Gelissen