Santa Engràcia… Alleen de naam klinkt al verleidelijk, niet? Nou zegt een plaatsnaam niet altijd iets, maar Santa Engràcia is daadwerkelijk een lieflijk plaatsje, gracieus gedrapeerd over een rotspunt in de Spaanse Pyreneeën. Het ligt in het Pallars Jussà gebied in Catalonië. Bij uitstek een gebied voor actieve natuurliefhebbers.
Je moet er wel even wat voor over hebben om dit bijzondere plekje in het Pallars Jussà gebied in Catalonië te bereiken.
Vanaf de C13, de doorgaande route tussen Tremp en La Pobla de Segur, slingert en klimt een smalle weg (gelukkig wel geasfalteerd!) namelijk nog 10 kilometer verder.
Zo’n 3 kilometer voor aankomst kijk je al tegen de rots aan waar Santa Engràcia op ligt. Je vraagt je dan af hoe je daar dan in hemelsnaam met de auto komt.
En wie toch ooit heeft bedacht daar te gaan wonen. Totdat je na een ritje van in totaal zo’n 15 minuten, op een hoogte van 1000 meter, je beloning in ontvangst kunt nemen: een idyllisch bergdorpje met spectaculaire uitzichten.
Ook al is dit idyllische bergdorpje in de Spaanse Pyreneeën maar klein, het bestaat toch uit twee delen. Het oudste deel omvat een groep van negentien huizen, plus de dorpskerk en een Moorse uitkijktoren. De andere helft van het Catalaanse dorpje staat bekend als ‘El Raval’, oftewel buitenwijk. Hierin vind je nog eens negen huizen.
De oorspronkelijke bewoners van Santa Engràcia waren zelfvoorzienende boeren. Die tarwe verbouwden om hun eigen brood van te maken; schapen, varkens, kippen en konijnen hadden voor eigen consumptie; water haalden uit een bron 2 kilometer verderop; en ook olijven, druiven, groenten, amandelen en walnoten verbouwden voor eigen gebruik.
De molen in het nabijgelegen Rivert hield een deel van het gemalen meel in als betaling voor het malen. Dus geld was alleen nodig om bijvoorbeeld schoenen, suiker en houtskool aan te schaffen.
Halverwege de vorige eeuw verlieten velen echter Santa Engràcia. Om te gaan wonen en werken in Barcelona. En bleef het dorp nagenoeg verlaten achter. Van de oorspronkelijke 48 gezinnen waren er tegen het eind van de jaren ’80 nog maar één gezin en een herder over.
Er was inmiddels wél een weg naar Santa Engràcia aangelegd. En de overgebleven bewoners betaalden gezamenlijk voor een dorpswaterdepot, plus een leiding vanaf een bron en leidingen naar alle huizen.
Eind vorige eeuw beginnen verschillende eigenaren vooral in de weekenden en vakanties weer terug te keren. Huizen worden opgeknapt. En in 2007 legt de gemeente Tremp een rioleringssysteem aan. Plus vervangt de oude geplaveide dorpsstraat door beton.
Zo komt Santa Engràcia langzaam weer tot leven. En verandert het in een kleine smeltkroes. Waar volhardende Catalanen naast natuurminnende Britten, Nederlanders en Fransen wonen.
De eeuwenoude smalle straatjes nodigen uit tot een kleine verkenningstocht. Tijdens deze tocht kom je wellicht een beroemde dorpsbewoner tegen: Gram. Gram is de patriarch van de lokale en relatief goed verzorgde kattenpopulatie en goed te herkennen aan zijn markante, gehavende kop en kromme staart. Zijn rijke nageslacht herken je overigens aan dezelfde kromme staart.
Loop je links omhoog, dan kom je uit bij het hoogstgelegen gebouw van Santa Engràcia: de dorpskerk. Deze is niet meer als zodanig in gebruik, maar diverse dorpsbewoners hebben de sleutel. Als je geluk hebt, tref je er één die je toegang verschaft. Vanuit de klokkentoren kijk je prachtig uit over het dorp en de omgeving.
Loop je nog zo’n 50 meter verder omhoog, dan kun je (voorzichtig) de overblijfselen van de Moorse uitkijktoren beklimmen en de beste panoramafoto van je vakantie maken.
Neem, zeker op een dag met rustig weer, goed de tijd om richting de vallei te speuren naar gieren. Door de hoge ligging van Santa Engràcia zweven deze majestueuze vogels regelmatig op ooghoogte voorbij! Meestal zijn het vale gieren, maar ook bijvoorbeeld de lammergier en steenarend zijn hier regelmatig geziene voorbijgangers.
Vanaf de fontein van Santa Engràcia kun je bovendien verschillende wandelingen door de directe omgeving maken. De wandelroutes staan duidelijk aangegeven.
Je kunt het Catalaanse bergdorp een dagje bezoeken tijdens je vakantie in de Spaanse Pyreneeën. Wil je het leven in een Spaans bergdorpje écht beleven, dan raad ik je aan om er een paar dagen te blijven.
Je kunt overnachten in een van de vakantiehuizen van Casa Mauri: Karakteristieke vakantiehuizen met Nederlandse eigenaren; die bovendien een perfecte uitvalsbasis zijn voor een actieve vakantie in de Spaanse Pyreneeën.
Want in de directe omgeving kun je wandelen, fietsen, zwemmen, raften, klimmen en meer.